Bierbrouwer Heineken heeft in het afgelopen kwartaal op eigen kracht weer meer bier weten te verkopen dan in dezelfde periode een jaar eerder. Vooral duurdere biertjes gingen er goed in bij consumenten. Dit segment groeide 3,5 procent – vooral dankzij een grotere vraag in Zuid-Afrika, Brazilië en China.
Met een autonome verkoopplus van 2 procent presteerde het bedrijf beter dan de 1,4 procent waar analisten rekening mee hielden. Vooral in West-Europa, Amerika en Azië werd meer bier aan de man gebracht. In Afrika, het Midden-Oosten en Oost-Europa daalden de autonome opbrengsten juist.
Eerder gaf Heineken aan dat marges in de tweede jaarhelft zouden krimpen en dat de autonome omzetgroei mogelijk op nul zou uitkomen.
Het totale biervolume groeide met 5,4 procent tot 54 miljoen hectoliter. Tot en met het derde kwartaal vloeide er 151 miljoen hectoliter uit de ketels van de brouwer. De 3,5 procent groei van premium segment binnen Heineken was dat vooral te danken aan de opkomende markten. In de VS – een grote markt voor Heineken – daalde het volume van de duurdere pils juist.
Topman Jean-François van Boxmeer noemde de resultaten van Heineken “robuust”, afgezet tegen een sterke tweede jaarhelft van 2015. Aandeelhouders van Heineken stemmen in april volgend jaar overigens over een nieuwe termijn voor de bestuursvoorzitter.
Over de eerste negen maanden van het jaar zetten Heineken een winst van 1,2 miljard euro in de boeken. Een jaar eerder kwam de winst over de eerste drie kwartalen uit op krap 1,8 miljoen euro, inclusief de opbrengst van 379 miljoen euro uit de verkoop van het Mexicaanse verpakkingsbedrijf Empaque.
Heineken handhaafde zijn verwachtingen voor het hele jaar, waarbij het een hogere operationele marge voorziet.